Het tellen is de basis voor het verdere rekenen. Vooruit tellen en terugtellen zijn hierbij belangrijke onderdelen. In dit artikel staat het vooruit tellen tot en met 50 centraal. Kennis van de getallenrij is hierbij erg belangrijk. Als je de getallenrij niet kent, kun je ook niet vooruit tellen.
Hoeveel sinaasappels tel je?
Het is belangrijk dat je weet dat bijvoorbeeld na het getal 29, het getal 30 komt. En dat daarna het getal 31 komt, enzovoort. Als je tot 50 kunt tellen, dan weet je dat het 38 sinaasappels zijn.
Oefen het tellen net zo lang, tot je de getallenrij helemaal uit je hoofd kent. "Eén, twee, drie ....., zevenenveertig, achtenveertig, negenenveertig, vijftig."