Het tellen is de basis voor het verdere rekenen. Vooruit tellen en terugtellen zijn hierbij belangrijke onderdelen. In dit artikel leer je hoe je de buurgetallen kunt vinden van een getal op de getallenrij tot en met 100. Kennis van de getallenrij is hierbij erg belangrijk. Als je de getallenrij niet kent, kun je de buurgetallen van een bepaald getal ook niet vinden.
Wat zijn de buurgetallen?
... - 90 - ...
Je moet weten welk getal voor en na het getal 90 komt. Het is vaak gemakkelijker om als eerste vooruit te tellen. Tel vanaf 90 één verder; 91.
Weet je welk getal voor 90 komt, tel dan één terug. Dan weet je welk getal voor 90 komt. Dat is het getal 89.
De buurgetallen van 90 zijn 89 en 91.