Terug tellen met sprongen van 10

Het tellen is de basis voor het verdere rekenen. Vooruit tellen en terugtellen zijn hierbij belangrijke onderdelen. Als kinderen terug kunnen tellen met sprongen van 5, kunnen ze een volgende stap maken naar het terugtellen met sprongen van 10.

Voorbeeld

Tel terug met sprongen van 10.

... - ...- 92

Welke getallen moeten er staan?

Soms is het handig om grote sprongen te maken op de getallenrij. Dan gaat het tellen namelijk veel sneller. Het maken van sprongen van 10 is gemakkelijk. In de afbeelding hieronder zie je de getallen tot en met 100. Aan de rechterkant staan alle tientallen. Je ziet dat een sprong van 10 hetzelfde is als één rij naar boven.

Als je kijkt naar de getallen die onder het getal 2 staan, dan zie je dat dit ook steeds een sprong van 10 is. Je kunt nu gemakkelijk zien welke getallen er voor het getal 92 komen. Op de lege plekken komen de getallen 82 en 72.

Terugtellen tot en met 100, met sprongen van 10

Kinderen leren hoe ze moeten tellen, dit is de basis voor het verdere rekenen.
Kennis van de getallenrij is hierbij erg belangrijk. Als je de getallenrij niet kent, kun je ook niet terugtellen.
Bij terugtellen met sprongen van 10, zet je steeds een sprong van 10 terug op de getallenrij.
92, 82, 72, 62, 52, 42, 32, 22, 12, 2

Online oefenen met dit onderwerp

Tellen - sprong is 10

Vul de getallen verder in, met sprongen tussen 1 en 10

Terug tellen met sprongen van 10

Online oefenen met dit onderwerp

Alle artikelen voor : Tellen tm 100