Het tellen is de basis voor het verdere rekenen. Vooruit tellen en terugtellen zijn hierbij belangrijke onderdelen. In dit artikel staat het terugtellen vanaf 100 centraal. Kennis van de getallenrij is hierbij erg belangrijk. Als je de getallenrij niet kent, kun je ook niet terugtellen.
... - ... - 99 - 100
Welke getallen moeten er staan?
Het is belangrijk dat je weet dat na bijvoorbeeld het getal 88, het getal 89 komt. En dat na het getal 89, het getal 90 komt, enzovoort. Als je tot 100 kunt tellen en terug, dan weet je dat de ontbrekende getallen 98 en 97 zijn. Hieronder zie je alle getallen tot en met 100.
Oefen het tellen net zo lang, tot je de getallenrij helemaal uit je hoofd kent.
'Honderd, negenennegentig...vijftig, negenenveertig...drie, twee, één, nul.'