Jonge kinderen koppelen hoeveelheden aan elkaar. Dit doen ze vaak door te tellen met hun vingers. Door de vingerbeelden vlug te kunnen koppelen aan de bijbehorende getallen, ontwikkelen ze het getalbegrip. Dit is een belangrijke voorwaarde voor het rekenonderwijs.
Elle wil weten hoeveel auto's er langs haar huis rijden. Iedere keer als er een auto voorbij rijdt, steekt ze een vinger op.
Uiteindelijk steekt ze drie vingers in de lucht. Er zijn dus drie auto's langs haar huis gereden.
In het voorbeeld hierboven zie je dat Elle het aantal auto's aan het aantal vingers koppelt. Ze weet dat drie vingers hetzelfde is als het getal drie.
Vingerbeelden t/m 5 herkennen
Tip! Print de kaartjes van de getallen en de vingerbeelden uit. Schud ze door elkaar en zoek het juiste getal bij het juiste vingerbeeld.