Hoeveelheden kunnen aan elkaar worden gekoppeld. Een leeftijd kan bijvoorbeeld worden gekoppeld aan een aantal vingers. Jonge kinderen doen dit om getalbegrip te ontwikkelen. Een belangrijke voorwaarde voor het rekenonderwijs.
Kees vraagt aan Joep hoe oud hij is.
Joep steekt drie vingers in de lucht en zegt: 'Ik ben al drie jaar!'
In het voorbeeld hierboven koppelt Joep zijn leeftijd aan een aantal vingers.
Bas heeft een hond, Boris. Mama vraagt aan Bas hoeveel poten Boris heeft. Bas telt de poten en steekt daarna vier vingers in de lucht. 'Boris heeft vier poten, mama.'
In het voorbeeld hierboven koppelt Bas het aantal poten van zijn hond aan een aantal vingers.