Veel jonge kinderen tellen nog met hun vingers. Bij lage getallen is dit handig, maar als ze op een gegeven moment moeten rekenen met hogere getallen is het fijn als ze groepjes in één keer herkennen. Vervolgens kunnen ze door tellen.
Eén van de strategieën die wordt gebruikt bij het rekenen tot en met twintig is de vijfstructuur. Voor meer uitleg over de vijfstructuur, kun je kijken naar het artikel 'De vijfstructuur'.
Liset zit in de klas. Ze moet de volgende som oplossen:
5 + 2 =
Liset weet het antwoord nog niet uit haar hoofd. Ze pakt een rekenrek en rekent de som 5 + 2 uit door de volgende stappen te volgen:
Liset pakt het rekenrek en zet dit op haar tafeltje. Eerst schuift ze alle kralen naar rechts. Dan kan ze beginnen met uitrekenen.
Ze weet dat ieder groepje bestaat uit vijf kralen. Ze schuift de eerste vijf rode kralen naar links.
'Vijf' ... 'zes' ... 'zeven.'
Vervolgens telt ze er nog twee kralen bij op. 'Vijf ... zes ... zeven.'
Liset heeft nu zeven kralen in totaal. De vijf rode kralen, plus de twee witte kralen.