Downloadbare pdf |
Geschikt voor groep 5
Op dit werkblad oefen je met het tellen in sprongen. De sprongen zijn niet altijd even groot. Soms neem je een sprong, soms neem je een sprong van 2, soms een sprong van 3, een sprong van 4 of een sprong van 5. Door goed naar de getallen te kijken die er al staan, kom je erachter hoe groot de sprong is die je moet nemen. Om sneller te kunnen rekenen tot 1.000, is het belangrijk dat je op de getallenlijn goed in sprongen kunt tellen.