Gelijknamige breuken bestaan uit delen die even groot zijn. Dit kun je in de voorbeeldsom hieronder zien. De paarse delen van beide breuken zijn even groot.
De noemers van gelijknamige breuken zijn gelijk.
Gelijknamige breuken kun je gemakkelijk van elkaar aftrekken.
In het stappenplan hieronder kun je zien hoe je dit kunt doen.
Trek eerst de tellers van elkaar af.
Omdat de breuken gelijknamig zijn blijven de noemers gelijk.
In dit geval blijven de breuken "vierden" en de uitkomst dus ook.
Reken de som uit. Denk aan het vereenvoudigen.
De uitkomst van de som ziet er met afbeeldingen als volgt uit:
Je kunt nu goed zien dat 2⁄4 even groot is als 1⁄2 .
Deze breuken zijn gelijkwaardig.
Kijk bij een breuk altijd of je de uitkomst nog kunt vereenvoudigen.
Dan kom je altijd tot het juiste antwoord.