Gelijknamige breuken bestaan uit delen die even groot zijn.
De noemers zijn gelijk.
Lees hieronder in het stappenplan hoe je gelijknamige breuken die groter zijn dan 1 van elkaar kunt aftrekken.
Trek eerst de hele getallen van elkaar af.
Trek daarna de breuken van elkaar af.
Dit zijn gelijknamige breuken, dus je hoeft alleen de tellers van elkaar af te trekken.
De noemers blijven gelijk.
Reken de som uit.
Tel daarvoor de uitkomsten van stap 1 en stap 2 bij elkaar op.
Denk aan het vereenvoudigen.
Kijk bij een breuk altijd of je de uitkomst nog kunt vereenvoudigen.
Dan kom je altijd tot het juiste antwoord.