Als het een half uur later is, dan draait de grote wijzer een halve klok rond. De kleine wijzer verplaatst mee.
Een half uur later
- Op deze klok is het 5 over 4.
- De grote wijzer verplaatst een half uur. De blauwe, halve cirkel laat dit zien.
- Waar deze cirkel eindigt, daar eindigt ook de grote wijzer. Die wijst het cijfer 7 aan.
- De kleine wijzer verplaatst mee.
- Het is een half uur later.
- Het is 5 over half 5.
Hieronder worden nog twee manieren besproken om erachter te komen hoe laat het een half uur later is.
+ 30 minuten
- Een half uur bestaat uit 30 minuten.
- Op de klok is het 5 minuten over 4.
- Tel je daar 30 minuten bij op, dan is het 35 minuten over 4.
- Door op de klok te kijken naar de blauwe cijfers en bolletjes, kun je ook zien dat de grote wijzer dan het cijfer 7 aanwijst; gelijk aan 35 minuten.
- Het is 5 over half 5.
Als je wilt weten hoe laat het een half uur later is, dan zou je ook verder kunnen tellen met sprongen van 5 (of 10) minuten.
Verder tellen met sprongen van 5
- Een half uur bestaat uit 30 minuten. Je moet dus 6 sprongen van 5 minuten maken.
- Als je vanaf de plaats van de grote wijzer 6 sprongen maakt van 5 minuten, dan kom je bij het cijfer 7 uit; gelijk aan 35 minuten.
- Een half uur later is het 5 over half 5.
Een half uur later
- De grote wijzer verplaatst een halve klok (half uur).
- De kleine wijzer verplaatst mee.
- Je kunt 30 minuten verder tellen.
- Je kunt sprongen van 5 minuten maken, tot je bij 30 minuten bent. Welk cijfer wijst de grote wijzer dan aan? Hoe laat is het dan?