Het tellen is de basis voor het verdere rekenen. Vooruit tellen en terugtellen zijn hierbij belangrijke onderdelen. Als kinderen terug kunnen tellen met sprongen van 1, dan kunnen ze een volgende stap maken naar het terugtellen met sprongen van 2.
Thijmen moet de krant bezorgen. Hij kan een aantal huisnummers zien, maar het eerste huis in de rij niet.
Welk huisnummer moet er staan?
Als je wilt weten welk huisnummer er moet staan, dan kun je vanaf het getal 15 terug tellen met een sprong van 2.
Je ziet dat je bij een sprong van 2 een getal overslaat. Als je terugtelt vanaf 15, dan sla je het getal 14 over. Dan komt het getal 13. Als je dus terugtelt vanaf 15 met een sprong van 2, dan is het ontbrekende huisnummer 13.