Jonge kinderen leren om verder te tellen en terug te tellen. Dit doen ze door sprongen te maken in de getallenrij. De kinderen maken eerst 1 sprong in de getallenrij. Ze bepalen hoeveel 1 meer is en hoeveel 1 minder is.
In de klas van Joris zitten 17 kinderen. Er komt 1 nieuwe leerling bij.
Hoeveel kinderen zitten er dan in de klas van Joris?
In de klas van Joris zitten 17 kinderen. Er komt 1 nieuwe leerling bij. Welk getal komt er na het getal 17? Dat getal komt op de plek van het vraagteken.
Op dit moment zitten er nog 17 kinderen in de klas van Joris. Je moet dit beginnen bij het getal 17 in de getallenrij.
Op dit moment zitten er nog 17 kinderen in de klas van Joris. Er komt 1 nieuwe leerling bij. Op het plaatje kun je zien dat je 1 stap verder moet tellen. "Negentien...twintig."
Er zitten dus 18 kinderen in de klas van Joris.