De helft nemen of halveren betekent dat iets in twee gelijke delen wordt gesplitst.
Om het getal 10 te halveren, wordt dit getal in twee gelijke delen gesplitst, namelijk in 5 en 5.
Als je een getal halveert, dan deel je het door 2.
10 : 2 = 5. De helft van 10 is dus 5.
Om het getal 8 te halveren, wordt dit getal in twee gelijke delen gesplitst, namelijk in 4 en 4.
Als je een getal halveert, dan deel je het door 2.
8 : 2 = 4. De helft van 8 is dus 4.