Rekenen

Het kind begrijpt in concrete verdeelsituaties wat ‘de helft’ betekent, zowel 'de helft van een geheel' als 'de helft van een hoeveelheid.

Bijvoorbeeld: Kun je de helft van de reep afbreken? Dit zijn 12 pannenkoeken, de helft is voor de tafel met de kinderen. Hoeveel zijn dat er?