Inloggen
Rekenen
Doelen › SLO-doelen › Getallen › Getalbegrip › Hele getallen › Het kind kan hoeveelheden tot ten minste 20 vlot overzien en verkort tellen.

Het kind kan hoeveelheden tot ten minste 20 vlot overzien en verkort tellen door gebruik te maken van patronen en structuren.

Bijvoorbeeld: handen, turven en de vijfstructuur.


Online oefenen met dit onderwerp

1
Hoeveel vingers steek ik op? [1]  
Rekenen groep 3 › Splitsen › Splitsen tot en met 10 › Tellen: plaatjes, dobbelstenen en vingers › Hoeveel vingers steek ik op? [1]
1
1
Hoeveel is er gegooid? [1]  
Rekenen groep 3 › Splitsen › Splitsen tot en met 12 › Tellen: plaatjes, dobbelstenen en dominostenen › Hoeveel is er gegooid? [1]
1
2
Hoeveel stippen tel je? [1]  
Rekenen groep 3 › Splitsen › Splitsen tot en met 12 › Tellen: plaatjes, dobbelstenen en dominostenen › Hoeveel stippen tel je? [1]
2