Het kind kan delen onder ten minste 1000 in contextsituaties en formele sommentaal door met inzicht gebruik te maken van eigenschappen van bewerkingen en de structuur van getallen bij strategieën.
Hieronder vallen:
- herhaald aftrekken (bijvoorbeeld: 72 : 6, hoe vaak kun je 6 uit 72 halen?);
- verdeelstrategie (bijvoorbeeld: 72 : 6 = 60 : 6 en 12 : 6);
- compenseren (bijvoorbeeld: als 100 : 5 = 20, dan is 95 : 5 = 19, ofwel: een groepje van 5 minder);
- naar analogie (bijvoorbeeld: als 100 : 4 = 25, dan is 1000 : 4 = 250);
- inverse relatie tussen vermenigvuldigen en delen (bijvoorbeeld: 72 : 8 uitrekenen door na te gaan hoeveel keer 8 is 72: ... x 8 = 72).
Het kind kan uitleggen hoe hij tot een oplossing komt.