Rekenen

Het kind kan bij vermenigvuldigen onder ten minste 100 in contextsituaties en formele sommentaal met inzicht verschillende strategieën gebruiken.

Zoals: - herhaald optellen (bijvoorbeeld: 3 x 9 = 9 + 9 + 9); - verwisselen (bijvoorbeeld: 6 x 4 = 4 x 6); - een keer meer, een keer minder (bijvoorbeeld: 9 x 4 = 10 x 4 min 1 x 4); - verdubbelen (bijvoorbeeld: 3 x 7 =21, 6 x 7 is het dubbele, dus 42) en halveren (bijvoorbeeld: 10 x 7 = 70, 5 x 7 is de helft, dus 35). Het kind kan uitleggen hoe hij tot een oplossing komt.