Een breuk is een deel van een geheel.
1 hele cirkel wordt verdeeld in 4 gelijke stukken.
Eén zo'n stuk is één vierde deel van de hele cirkel.
Als breuk noteer je dit als volgt:
Het getal boven de breukstreep noemen we de teller. Die geeft aan om hoeveel stukken het gaat.
Het getal onder de breukstreep noemen we de noemer. Die geeft aan in hoeveel stukken het geheel is verdeeld.