2,50 x 1.000 =
Om de som beter te begrijpen kun je er een betekenisvolle situatie aan koppelen.
"Een glaasje fris kost € 2,50. Op een feest krijgen 1.000 mensen wat te drinken. Hoeveel kost dit samen?"
Als je een kommagetal met 1.000 vermenigvuldigt, dan verplaats de komma 3 plekken naar rechts. De komma in het getal 2,50 komt dan tussen 2 nullen te staan: 2500,0. Het antwoord op de som is: als 1.000 mensen wat drinken kost dit samen € 2.500,00. Je kunt je antwoord controleren door de uitkomst door 1.000 te delen. Staat de komma dan weer op dezelfde plek?
Vermenigvuldig je een kommagetal met 1.000, dan verplaatst de komma 3 plekken naar rechts.