Een bouwplaat is een platte tekening waar je een 3D figuur van kunt maken. Als je de bouwplaat uit zou knippen, dan kun je er een figuur van vouwen. Je hebt dan een driedimensionaal (3D) figuur.
Bij welk figuur hoort de bouwplaat?
Kijk goed naar de bouwplaat. Wat is de vorm en welke figuren zie je? Als je de bouwplaat zou vouwen wordt het een kubus. Op elk vlak van de kubus staat dan een figuur; een rode stip, een blauwe stip, een ster, een oranje vierkant en een leeg vlak.
Om te bepalen welke kubus bij de bouwplaat hoort, moet je de bouwplaat (denkbeeldig) vouwen. Welke vlakken komen dan aan elkaar? Welke figuren zie je dan naast elkaar? Vind je dit lastig om dit denkbeeldig te doen? Print dan de bouwplaat uit en vouw de kubus in het echt. Als je alle vouwlijnen vouwt, weet je dat het witte vlak aan de rechter kant nu onder het witte vlak in het midden zit. Ook weet je dat er aan de ene kant van de ster het vierkant staat en aan de andere kant de cirkel. De rode cirkel heeft aan de ene kant de ster en aan de andere kant de blauwe cirkel. De blauwe cirkel heeft aan de ene kant de rode cirkel en aan de andere kant het vierkant.
Je weet nu welke figuren naast elkaar staan. Bekijk nu goed de antwoorden. Welke antwoorden vallen in ieder geval al af?
Je weet dat de twee witte vlakken tegenover (boven- en onder) elkaar komen. De witte vlakken kunnen dus niet naast elkaar. Bij plaatje B en D zie je dat de witte vlakken naast elkaar worden afgebeeld. Deze antwoorden vallen al af.
Antwoord A en C blijven nu over. Op plaatje A zien we de rode cirkel naast de blauwe cirkel. Deze horen inderdaad naast elkaar. Bij antwoord C zie je dat de ster naast de blauwe cirkel staat. Deze horen tegenover elkaar, dus antwoord C valt ook af.
Bouwplaat A hoort dus bij de figuur.