Rekenen

Rekentekens; +, -, =

Het plusteken ziet er als volgt uit: +
Wanneer je in een rekensom het plusteken ziet, moet je de getallen bij elkaar optellen. Het plusteken is hetzelfde als erbij en plus.
 

Voorbeeld
Rekenen, rekentekens, plusteken, minteken, vergelijkingsteken 3 + 7 = 4

5 = 10


Het minteken ziet er als volgt uit: -
Wanneer je in een rekensom het minteken ziet, moet je de getallen van elkaar aftrekken. Het minteken is hetzelfde als eraf en min.
 

Voorbeeld
Rekenen, rekentekens, plusteken, minteken, vergelijkingsteken 10 - 2 = 8

  6 - 3 = 3


Het vergelijkingsteken of het is-teken, ziet er als volgt uit: =
Achter het vergelijkingsteken staat de uitkomst van de rekensom.
Het vergelijkingsteken is hetzelfde als de uitkomst en is
 

Voorbeeld
2 + 2 = 4

1 = 7

 

Rekentekens; +, -, = 
  • Het plusteken ziet er als volgt uit: +
  • Wanneer het plusteken in een rekensom staat, moet je de getallen bij elkaar optellen. Dit is hetzelfde als erbij en plus.
  • Het minteken ziet er als volgt uit: -
  • Wanneer het minteken in een rekensom staat, moet je de getallen van elkaar aftrekken. Dit is hetzelfde als eraf en min.
  • Het vergelijkingsteken ziet er als volgt uit: =
  • Het vergelijkingsteken geeft de uitkomst van een rekensom aan. 
  • Het vergelijkingsteken wordt ook wel het 'is' teken genoemd.