Kinderen leren om hoeveelheden te benoemen. Ze leren bijvoorbeeld om te bepalen wat het kleinste getal is.
Wat is het kleinste getal?
5.467 - 6.789
Om te bepalen welk getal het kleinst is, moet je weten waar deze getallen in de getallenrij staan. Hoe eerder ze in de rij staan, hoe "kleiner" ze zijn. In de getallenrij tot en met 10.000 zie je dat het duizental 5.000 eerder in de rij staat, dan het duizendtal 6.000. Het getal 5.467 is dus het kleinste getal.
Zoals je hierboven leest hoef je bij grote getallen in eerste instantie alleen te kijken naar het duizendtal. Stel dat er meerdere getallen met hetzelfde duizendtal staan, dan kun je kijken naar de honderdtallen. Bijvoorbeeld bij de getallen 5.467 en 5.367. Ze hebben beide hetzelfde duizendtal, maar 300 komt eerder in de getallenrij dan 400, dus is het getal 5.367 kleiner dan 5.467.