Jonge kinderen leren hoe ze getallen moeten verbinden op de getallenlijn. In dit artikel staat de getallenlijn tot en met 50 centraal. In dit artikel lees je de uitleg over het ongeveer plaatsen van getallen op een getallenlijn. Je hoeft dus niet precies te weten waar de getallen horen.
Waar liggen de getallen ongeveer op deze getallenlijn?
Bekijk eerst de getallenlijn. Wat zie je allemaal en wat weet je al? Je kunt zien dat dit een getallenlijn is tot en met 50. Ook zie je op deze getallenlijn 4 dikke streepjes tussen de getallen 0 en 50. Er staan verder geen getallen op deze getallenlijn.
Bepaal welke getallen er bij de streepjes horen. Tussen de getallen 0 en 50, zie je 4 dikgedrukte streepjes. Daar komt een tiental te staan, want als je telt met sprongen van 10, dan kom je na deze 4 streepjes uit bij 50.
Wanneer je bepaalt hoeveel er tussen de ingevulde getallen zit, weet je nog meer getallen van de getallenlijn en kun je de getallen makkelijker verbinden. Tussen de getallen 0 en 10, staat het getal 5, want de helft van 10 is 5. Tussen 10 en 20, staat het getal 15, enzovoort.
Het is handig om eerst de getallen te bepalen die dicht bij de getallen liggen die je al hebt ingevuld. In dit geval liggen de getallen 6, 11, 19, 24, 39 en 41 dicht bij de getallen die je al hebt ingevuld. Je kunt van deze getallen al bepalen waar ze ongeveer liggen.
Je kunt nu de overige getallen ook plaatsen op de getallenlijn. Je hoeft niet precies de juiste plaats te weten. Je moet het ongeveer bepalen.