Als je aan vermenigvuldigen denkt, denk je al snel aan 'de tafels van 1 t/m 10.' Als je de keersommen die bij deze tafels horen goed kent, wordt het rekenen gemakkelijker en gaat het een stuk sneller!
Wat is vermenigvuldigen nou eigenlijk? Vermenigvuldigen is hetzelfde als herhaald optellen.
Je hebt 4 zakjes met in elk zakje 3 dropjes.
Hoeveel snoepjes heb je dan samen?
De som die bij dit voorbeeld hoort is:
3 + 3 + 3 + 3 = 12.
Dit is herhaald optellen. Als je herhaald gaat optellen, tel je hetzelfde getal een aantal keer bij elkaar op.
Van deze erbijsom kun je ook een keersom maken. Als je een keersom maakt, ga je de getallen met elkaar vermenigvuldigen.
Je hebt 4 keer een zakje van 3 snoepjes.
Hier kun je de keersom bij maken: 4 x 3 = 12.
Als je geen keersommen zou maken, kan het zijn dat je soms erg lang moet optellen. Als je 8 zakjes zou hebben met in elk zakje 7 snoepjes, zou je de volgende erbijsom krijgen:
7 + 7 + 7 + 7 + 7 + 7 + 7 + 7 = 56
Dit is een lange erbijsom en het duurt lang om dit uit te rekenen.
De keersom is veel korter:
'Je hebt 8 keer een zakje van 7 snoepjes.'
8 x 7 = 56.
Het uitrekenen van een keersom kan dus veel sneller dan het herhaald optellen. Dit scheelt je veel rekentijd!
Om snel te kunnen rekenen met de keersommen, is het handig om de keersommen uit je hoofd te leren. Dit doe je door goed en veel te oefenen met de tafels 1 t/m 10! Van alle tafels van vermenigvuldiging is er een artikel met uitleg en handige tips te vinden. Ook kun je alle tafels van vermenigvuldiging oefenen op de website. Succes!