Vermenigvuldigen met grotere getallen kun je uitrekenen met behulp van verschillende strategieën. Het kolomsgewijs vermenigvuldigen en het cijferend vermenigvuldigen zijn veelgebruikte manieren. In dit artikel lees je hoe je cijferend moet vermenigvuldigen. Wil je weten hoe je kolomsgewijs kunt vermenigvuldigen? Lees dan het uitlegartikel over 'Wat is kolomsgewijsvermenigvuldigen?'
Lottie gaat 3 dagen per week een rondje steppen. Ze doet hier precies 13 minuten over. Hoeveel minuten stept Lottie in totaal?
De som die hierbij hoort is:
3 x 13 = ?
In het stappenplan hieronder lees je hoe je deze som cijferend kunt oplossen.
Noteer de getallen onder elkaar. Het is handig om de letters van de waarde van de getallen erbij te zetten: T = tientallen, E = eenheden. Hieronder zie je hoe je deze voorbeeldsom onder elkaar noteert.
Bij cijferend vermenigvuldigen begin je aan de rechterkant. De eenheden vermenigvuldig je als eerste met elkaar.
De som wordt dan: 3 x 3 = 9.
Vermenigvuldig daarna de eenheid met het tiental.
In de afbeelding zie je het tiental en maak je eigenlijk de som: 3 x 1. Omdat het getal 1 onder het tiental valt, is de eigenlijke som: 3 x 10 = 30. Je hoeft dit niet zo te noteren, maar het is wel belangrijk dat je dit weet. Je noteert het antwoord op deze som (3), links naast het antwoord van de vorige stap.
Je hebt nu de uitkomst van de som berekend.
3 x 13 = 39. Lottie stept dus in totaal 39 minuten per week.
Cijferend vermenigvuldigen kan ook met grotere getallen zoals honderdtallen en duizendtallen. Hoe je dit moet doen wordt in een ander artikel uitgelegd.