Vul de driehoek in tot en met 30.
Bij het invullen van de driehoek is het de bedoeling dat je de getallen die in de driehoek staan, bij elkaar optelt. De uitkomst van deze som noteer je in de vakjes buiten de driehoek.
In deze driehoek is maar één getal ingevuld. Gebruik dit ingevulde getal en het antwoord daaronder om het andere getal van de driehoek te bepalen. Het antwoord op de som van deze twee getallen is 21. Het getal 11 staat al ingevuld. Wat moet je bij 11 optellen om 21 te krijgen? Deze som kun je uitrekenen door een erafsom te maken: 21 - 11 = 10. Dit klopt, want 11 + 10 = 21. Vul dit getal in op de lege plek in de driehoek.
Je hebt nu een nieuw getal in kunnen vullen in de driehoek. Met dit getal kun je vervolgens de volgende lege plek invullen. Het antwoord aan de rechterkant is 24. Je hebt het getal 10 in kunnen vullen. Wat moet je bij 10 optellen om 24 te krijgen? Deze som kun je uitrekenen door een erafsom te maken: 24 - 10 = 14. Dit klopt, want 14 + 10 = 24. Vul nu ook deze lege plek in de driehoek in.
Je hebt nu de hele driehoek ingevuld. Je kunt nu ook het laatste hokje naast de driehoek invullen. Hiervoor moet je de getallen 14 en 11 bij elkaar optellen. De som wordt dan: 14 + 11 = 25. Je hebt nu alle lege plekken van de driehoek ingevuld.