Erbijsommen met grotere getallen kun je uitrekenen met behulp van verschillende strategieën. Het kolomsgewijs rekenen en het cijferend rekenen zijn veelgebruikte manieren. In dit artikel lees je hoe je cijferend kunt optellen met sommen tot en met 500.
Twee boogschutters schieten allebei een pijl weg. De een schiet hem 156 meter en de ander 271 meter.
Hoe ver schieten de boogschutters samen?
Noteer de getallen onder elkaar. Het is handig om de letters van de waarde van de getallen erbij te zetten: H = honderdtallen, T = tientallen, E = eenheden. Hieronder zie je hoe je deze voorbeeldsom onder elkaar noteert.
Bij het cijferend rekenen begin je aan de rechterkant, bij de eenheden. Deze tel je als eerste bij elkaar op.
Je maakt eerst de som: 1 + 6 = 7. Noteer de 7 onder de eenheden.
Tel daarna de tientallen bij elkaar op.
In deze afbeelding zie je de tientallen en maak je de som: 7 + 5 = 12. Omdat de getallen vallen onder de tientallen is de eigenlijke som: 70 + 50 = 120. Het getal bestaat uit 100 en 20. De 2 noteer je onder de tientallen en de 1 van de honderd noteer je klein boven de honderdtallen. Deze tel je straks bij de honderdtallen mee.
Tel als laatste de honderdtallen bij elkaar op.
In deze afbeelding zie je de honderdtallen en maak je de som: 1 + 2 + 1 = 4. Omdat de getallen vallen onder de honderdtallen is de eigenlijke som: 100 + 200 + 100 = 400. Het is belangrijk dat je dit weet, ookal hoef je dit niet zo te noteren.
Je hebt nu de uitkomst van de som berekend. 271 + 156 = 427. De boogschutters schieten samen 427 meter ver.