Rekenen

Het kind begrijpt dat een percentage een standaardverhouding van 1 op 100 (1 : 100) is en kan op basis hiervan de relatie tussen 1/100 en 1% verwoorden. En kan breuken relateren aan percentages door te redeneren met honderdsten.

Hierbij gaat het met name om de noemers 2, 4, 5, 10, 20, 25, 50 en 100 relateren aan de percentages. Bijvoorbeeld: 1/100 deel is gelijk aan 1% dan weet ik 1/50 deel = 2/100 deel dus gelijk aan 2%; 1/25 deel = 4/100 dus 4%; 1/20 deel = 5/100 deel dus 5%; 1/10 deel= 10/100 deel dus 10%).