Inloggen
Rekenen
Filters

Groep

Vak

Type

Werkbladen > Vermenigvuldigen > De tafels van vermenigvuldiging > De tafel van 10
Vul alle rijtjes in
Groep 4 , 5 , 6
Tafels zijn eigenlijk een verkorte vorm van herhaald optellen. De som 5 x 10 kun je herschrijven tot 10 + 10 + 10 + 10 + 10. De tafels vormen de basis van het vermenigvuldigen. Door goed met ze te oefenen kun je ze uit je hoofd leren. Hierdoor wordt het vermenigvuldigen met grotere getallen ook gemakkelijker. Dit werkblad leert je de tafel van 10. Oefen met dit werkblad en word steeds beter in vermenigvuldigen!
Werkbladen > Erbijsommen > Erbij tot en met 100
Oefenblad: Hoeveel is het samen?
Groep 4
Op dit werkblad moet je uitrekenen hoeveel de getallen samen zijn. Je gaat dus optellen. Optellen is een van de basisvaardigheden van rekenen. Optellen heb je dan ook nodig voor bijna al het andere rekenen. Het is dus erg belangrijk dat je goed kunt optellen.
Werkbladen > Erbijsommen > Erbij tot en met 1.000
Werkblad: Hoeveel is het samen? [2]
Groep 5
Op dit werkblad reken je uit hoeveel de getallen samen zijn. Je telt de tientallen en eenheden op bij de honderdtallen. Op dit blad zijn de getallen niet hoger dan 1.000. Erbijsommen met grotere getallen kun je met verschillende strategieën uitrekenen. Onder andere door te splitsen, aan te vullen en om te vormen. Door zo'n rekenstrategie toe te passen, kun je handig en vlot rekenen.
Werkbladen > Getallen > Vergelijken van getallen
Werkblad: Kies het goede teken [4]
Groep 7
Op dit werkblad ga je aan de slag met rekentekens. Dat zijn de tekens die voor en achter de getallen in de som staan. Kijk goed naar de getallen die in de som staan. Kijk ook goed naar de uitkomst van de som. Aan de hand van deze gegevens, moet je erachter kunnen komen welk rekenteken je moet invullen. Door hiermee te oefenen, raak je meer bekend met deze rekenbegrippen.
Werkbladen > Getallen > Vergelijken van getallen
Werkblad: Kies het goede teken [1]
Groep 4
Ben jij al bekend met rekentekens? Op dit werkblad ga je daarmee aan de slag! Kies bij elke het goede teken uit. Dat kan het erbijteken, erafteken of het keerteken zijn. Kijk goed naar de getallen die in de som staan. Kijk ook goed naar de uitkomsten van de sommen. Aan de hand van deze gegevens, kun je erachter komen welk rekenteken je moet invullen. Door hiermee te oefenen, raak je bekend met deze rekenbegrippen.
Werkbladen > Getallen > Tellen > Tellen tot en met 1.000
Oefenblad: Welk getal staat ervoor of erna?
Groep 6
Op dit werkblad ga je aan de slag met getallen. Vul in welk getal voor of na het aangegeven getal staat. Door hier mee te oefenen, groeit jouw getalbegrip. Dat heb je nodig om snel sommen te kunnen uitrekenen.
Werkbladen > Getallen > Tellen > Tellen tot en met 100
Werkblad: Welk getal staat ervoor of erna? [1]
Groep 5
Op dit werkblad ga je aan de slag met getallen. Vul in welk getal voor of na het aangegeven getal staat. Door hier mee te oefenen, vergroot je jouw getalbegrip.
Werkbladen > Getallen > Tellen > Tellen tot en met 50
Werkblad: Welk getal staat ervoor of erna? [2]
Groep 4
Op dit werkblad ga je aan de slag met het invullen van de juiste getallen. Welk getal staat na het aangegeven getal op de getallenlijn. En welk getal staat voor het aangegeven getal? Door hiermee te oefenen leer je de plekken herkennen van de getallen op de getallenlijn. Daardoor ontwikkel je jouw getalbegrip.
Werkbladen > Getallen > Tellen > Tellen tot en met 10
Oefenblad: Welk getal staat ervoor of erna? [2]
Groep 3
Op dit werkblad ga je aan de slag met getallen tot en met 10. Vul in welk getal voor of na dat getal staat. Door hier mee te oefenen, vergroot je jouw getalbegrip.
Werkbladen > Getallen > Tellen > Tellen tot en met 100
Werkblad: Welk getal staat ervoor of erna? [3]
Groep 4
Op dit werkblad oefen je met de plek van getallen op de getallenlijn. Je moet invullen welk getal voor of na het aangegeven getal komt. Door hiermee te oefenen leer je de plekken herkennen van de getallen op de getallenlijn. Hierdoor vergroot je jouw getalbegrip.