Inloggen
Rekenen
Filters

Groep

Vak

Type

Werkbladen > Geld > Vergelijken
Betaalmiddelen
Groep 1 , 2
Weet jij waar je mee kunt betalen? Zet een rondje om alle betaalmiddelen die je op dit werkblad kunt vinden.
Werkbladen > Geld > Vergelijken
Minste waarde
Groep 1 , 2
Weet jij de waarde van elk muntstuk? Kruis in elk vak het muntstuk met de minste waarde aan.
Werkbladen > Geld > Vergelijken
Wat is het minste waard?
Groep 1 , 2
In ieder vak zie je twee geldstukken staan. Kruis het geldstuk met de minste waard aan.
Werkbladen > Geld > Vergelijken
Meeste waarde
Groep 1 , 2
Je ziet acht vakken met in elk vak 2 geldstukken. Welke van de twee geldstukken is het meeste waard? Zet daar een kruisje onder.
Werkbladen > Geld > Vergelijken
Welk muntstuk is het meeste waard?
Groep 1 , 2
Vergelijk steeds de twee muntstukken met elkaar. Kruis het muntstuk met de meeste waarde aan.
Werkbladen > Geld > Vergelijken
Waar zie je evenveel? (5 euro)
Groep 1 , 2
In het eerste vak staan briefjes van 5 euro. Waar in de rij staan evenveel briefjes? Kruis dat vak aan.
Werkbladen > Geld > Vergelijken
Wat is het minste? (5 eurocent)
Groep 1 , 2
Welk vak met 5 eurocenten is het minste waard? Zet in elke rij een kruisje.
Werkbladen > Geld > Vergelijken
Wat is het meeste waard? (10 eurocent)
Groep 1 , 2
Welk vak in de rij is het meeste waard? Zet een kruisje onder dat vak.
Werkbladen > Geld > Vergelijken
Vergelijken met 20 eurocent
Groep 1 , 2
Vergelijk elk vak in de rij met het eerste vak. Welk vak is hetzelfde? Kruis aan.
Werkbladen > Geld > Vergelijken
Waar zie je het meeste? (20 eurocent)
Groep 1 , 2
Welk vak heeft de meeste munten van 20 eurocent? Zet in iedere rij een kruisje onder dat vak.